VEENENDAAL - Van 4 tot 6 maart organiseerde het Christelijk Lyceum Veenendaal voor de tiende keer de Taaldorpen. Drie dagen was de Kleine Kuip in het hoofdgebouw omgetoverd in een dorp in Duitse, Engelse of Franse sfeer. Een vreemde taal spreken moet je gewoon dóen, zo stelt de school. Alle tweedeklassers en de brugklassers in 1 en 2 atheneum en gymnasium bezochten iedere dag een ander Taaldorp. Het was dan ook een komen en gaan op de terrasjes, in de supermarkt, het politiebureau, bij de VVV en bij de dokter. Elk Taaldorp kende zogenoemde ‘native speakers’. Leerlingen uit de hoogste klassen en docenten namen er hun intrek en waren de gesprekspartners van de jonge bezoekers. Zelfs oud-leerlingen kwamen even terug om hun internationale diensten in één van de dorpen aan te bieden. In 2005 werden de Taaldorpen voor het eerst georganiseerd. Ieder jaar zijn ze verder verbeterd en uitgebreid. Het tienjarig bestaan was extra feestelijk dankzij passende traktaties.
Op de Duitse en Engelse dagen werd Apfeltorte en Engelse drop geserveerd. En van de nieuwe patisserie aan de Zandstraat, Chez Nous, kregen de bezoekers Franse lekkernijen: friandises. Deze dagen boden de leerlingen een ontmoeting met de vreemde talen die op veel vakantiebestemmingen gesproken worden. De Taaldorpen zijn daarom niet alleen een training voor een schoolvak, maar vormen ook een goede voorbereiding voor de vakantie. Allen hebben het leuker ervaren dan een gewone les.
↧
CLV over Taaldorpen: ‘Leuker dan gewone les’
↧